Biologie voor jou MAX (release 8.2) deel B - Thema 6 - Ecologie en duurzaamheid oefentoetsen & antwoorden

a) Alle organismen in een bepaald gebied samen b) Planten c) Een langdurige relatie tussen twee organismen van verschillende soorten   a) Voedsel, water, zuurstof, grondstoffen, energie en recreatie b) Uitputting en vervuiling Tip: de term voor het te veel toevoegen aan het milieu en grondstoffen opmaken. c) De metaforische ruimte die we per persoon innemen op de aarde berekend op basis van je levensstijl en verbruik.    a) Dijken of sloten b) Akkerbouw, tuinbouw en veeteelt  a) 2 (§1,2) Tip: Alle planten b) 3  (§1,2) Tip: wie eten de planten op? c) 2e, 3e, 4e, 5e Tip: De Havik komt voor in verschillende voedselketens van het voedselweb. Schrijf van alle voedselketen op hoeveelste consument het is.  d) Zon / regen / wind / temperatuur Tip: een abiotische factor is afkomstig van de levenloze natuur.  e)  B Commensalisme   a) Er worden meer broeikasgassen aan het milieu toegevoegd dan dat er weer uit gaan. b) Door de opwarming van de aarde zullen sommige soorten uitsterven door de verandering in temperatuur.  c) Als er minder broeikasgassen vrijkomen zal het versterkt broeikaseffect afnemen.  d) Bij precisielandbouw wordt er precies gemeten wat er nodig is voor de productie van gewassen, op deze manier wordt er niks overbodig geproduceerd. Hierdoor zullen er minder broeikasgassen vrijkomen.  a) Je ziet dat alles in rechte lijnen geplant is.  b) Het voordeel van stalmest is dat er dan geen extra kunstmest geproduceerd moet worden waarbij er broeikasgassen ontstaan. Het voordeel van kunstmest is dat een boer zo precies kan bepalen hoeveel mineralen er in de bodem moeten komen.  a) Ten eerste kost het kappen van bomen zelf energie. Ten tweede nemen bomen koolstofdioxide op uit de atmosfeer, als er minder boven zijn worden er dus ook minder broeikasgassen terug opgenomen uit de atmosfeer.   b) Ja c) Omdat bio-ethanol gemaakt wordt van bomen die in hun leven al koolstofdioxide uit de atmosfeer hebben opgenomen.  d) Dan wordt er namelijk voedsel opgeofferd voor energie. e) Bosbouw.   a) Nee, ze behoren niet tot dezelfde soort.  b) Ja, de aantallen in de populaties schommelen rond een bepaald evenwicht.  Tip: bij een biologisch evenwicht schommelt het aantal in een populatie rond een bepaald evenwicht.  c) Consumenten d) 3  Bij fotosynthese wordt er CO2 omgezet in glucose e) 1,2 en 4 Bij verbranding wordt er CO2 geproduceerd a) Stalmest en het grasland Tip: biotisch betekent afkomstig van levende organismen b)  1 & 3 Toelichting: In een voedselketen gaat er elke schakel biomassa verloren door onder andere verbranding en ontlasting c)  Buizerd en grutto Kiekendief en buizerd B Roofdier & prooidier Concurrentie a) A Christina heeft gelijkb) C Beide hebben ze gelijkc) C Beide hebben ze gelijk Voor het maken van kunstmest is heb je grondstoffen en energie nodig. Stalmest is dan overbodig en zorgt voor vervuiling. Het gebruiken van stalmest neemt deze problemen weg.