Moderne Wiskunde 12e ed deel B - Hoofdstuk 12 - Statistiek oefentoetsen & antwoorden

a) De aantallen worden aangegeven door een afbeelding  b) De punten worden met elkaar verbonden door rechte lijnstukken.  c) De delen waarin je een cirkeldiagram verdeeld noem je sectoren.  d) Een turftabel.  e) Een frequentietabel is een tabel waarin frequenties staan.  f) De klasse met de hoogste frequentie heet de modale klasse. a)  Stap 1: Zet het aantal boven in de verhoudingstabel en het aantal graden eronder. Zet $360^\degree$ onder het totale aantal. Stap 2: Bereken bij elke sector de hoek die erbij hoort. Stap 3: Teken het cirkeldiagram en zet de namen erin.  b)  Stap 1: Tel het aantal getallen. Stap 2: Tel alle getallen van de rij bij elkaar op. Stap 3: Deel de dom van de getallen door het aantal getallen c) Dan is er geen modus.    a)  Tel en noteer alle aantallen per kleur: 51 leerlingen met een zwart hoesje. 24 wit, 8 roze, 3 rode, 5 goude, 23 grijze en 9 met een overige kleur. Tel al deze aantal bij elkaar op: 51+24+8+3+5+23+9=123 Er deden 123 leerlingen mee met het onderzoek   b) Er hadden 51 leerlingen een zwart hoesje c) Rood kwam het minst vaak voor, namelijk drie keer.  a) b)  Op de horizontale as komt het jaartal te staan.  c) In 2018 zijn er het meeste leden bijgekomen; op 1 januari 2019 waren er 10 leden meer dan op 1 januari 2018  d) Dit kun je zien doordat dit het meeste steile stuk van de grafiek is.   a) Er zitten in totaal 14+12+2= 28 leerlingen in klas 2C. b)    aantal leerlingen  28 1 2 sectorhoek  360 25,7   Van 28 naar 1 moet je delen door 28; dit doe je zowel boven als onderin de tabel.  Van 1 naar 2 vermenigvuldig je met 2, die doe je zowel boven als onderin de tabel.  Dus de sectorhoek $’’Rood’’=360:28\times 2=25,7$ Dus de sectorhoek is $26^\degree$   c)  Bepaal eerst de sectorhoeken voor ‘’blond’’ en donker haar   aantal leerlingen  28 1 14 sectorhoek  360 180 Van 28 naar 1 moet je delen door 28; dit doe je zowel boven als onderin de tabel.  Van 1 naar 14 vermenigvuldig je met 14, die doe je zowel boven als onderin de tabel.  Dus de sectorhoek $’’Blond’’=360:28\times 14=180$ Dus de sectorhoek is $180^\degree$   aantal leerlingen  28 1 12 sectorhoek  360 154 Van 28 naar 1 moet je delen door 28; dit doe je zowel boven als onderin de tabel.  Van 1 naar 12 vermenigvuldig je met 12, die doe je zowel boven als onderin de tabel.  Dus de sectorhoek $’’Blond’’=360:28\times 14=154$ Dus de sectorhoek is $154^\degree$   a)  Cijfers Turven  Aantal  3 1 1 4 2 2 5 4 4 6 5 5 7 3 3 8 2 2 9 2 2 10 1 1   Opmerking: het aantal turven is hier niet weergegeven in turven.    b) Het cijfer 6 is het meest gehaald c)  Je hebt een onvoldoende bij een 3, 4 of een 5. Dit zijn in totaal 7 leerlingen. d) Je hebt een voldoende bij een 6,7,8,9 of een 10. Dit zijn in totaal 13 leerlingen. In totaal zitten er 1+2+4+5+3+2+2+1=20 leerlingen in de klas.   Procent  100 Aantal leerlingen  20 1 12   Van 20 naar 1 deel je door 20, dus bovenin ook delen door 20 Van 1 naar 12, vermenigvuldig je met 12, dus bovenin ook vermenigvuldigen met 12 $100:20\times12=60$ 60 % van de leerlingen heeft een voldoende gehaald   a)  Om het totaal aan leerlingen te bepalen tel je het aantal getallen in de rechter kolommen.  Dit zijn er in totaal 6+12+3=21 leerlingen  b) De langste leerling is 173 cm. c) De kortste leerling is 157 cm. d) Dit zijn in totaal 3 leerlingen. e) Leerlingen die langer dan 167 zijn, zijn 168 of langer Dit zijn in totaal 5 leerlingen.    a)  De modus is het cijfer dat het vaakst voorkomt  De 6 komt het vaakst voor Dus de modus is 6 b)  Stap 1: tel het aantal getallen. Er zijn $4 + 8 + 6 +6= 24$ getallen Stap 2: tel alle getallen van de vermenigvuldiging van het cijfer en de frequentie bij elkaar op. Dus $5\times 4+6\times 8+7\times 6+8\times 6=158$. Stap 3: $158:24=6,58…$ Dus het gemiddelde is een 6,6.    a)  Stap 1: tel alle getallen bij elkaar op. Dus $12,2+ 14,1 + 12,3 …. + 13,0+11,9+12,0= 259,4$ Stap 2: Er zijn 20 leerlingen Stap 3: $259,4:4=12,97$ Dus de gemiddelde tijd is 13,0  b)    tijd in seconden  frequentie  11,5 - 12,0  2 12,0 - 12,5 4 12,5 - 13,0 4 13,0 - 13,5  5 13,5 - 14,0  1 14,0 - 14,5  4   c)  De klasse met de hoogste frequentie heet de modale klasse De klasse 13,0 - 13,5 heeft de hoogste frequentie (5x) Dus 13,0 - 13,5 is de modale klasse.    a)  De leerlingen die minder dan 6 keer op hun telefoon hebben gekeken zijn de leerlingen die 0 keer, 1 keer en 5 keer op hun telefoon hebben gekeken. Dit zijn dus 3 leerlingen.  b)  De modus is het getal wat het vaakste voorkomt. 24 keer komt het vaakst voor 24 is de modus c)    Aantal keren op de telefoon kijken frequentie  0-5 2 5-10 3 10-15 4 15-20 3 20-25 6 25-30  0    d) De modale klasse is de klasse met de hoogste frequentie 20-25 heeft een frequentie van 6 Dus dat is de hoogste klasse  e)  Doordat je alleen maar globale gegevens hebt kun je het gemiddelde niet uitrekenen.