Nectar 5e ed/ FLEX - Hoofdstuk 11 - Voortplanting oefentoetsen & antwoorden

zaadcellen  d) In de bijballen  Door het bloed   a) Eierstok = 2 b) Baarmoeder = 1 c) Eileider =3 d) Vagina = 4   1 = Teelbal 2 = Bijbal 3 = Eikel 4 = Urinebuis 5 = Zaadblaasje 6 = Zaadleider  7 = Penis   a) Ongeveer een maand e) FSH en LH  Oestrogeen stimuleert de productie van LH door de hypofyse   d) LH  b) Het gele lichaam c) De kiemschijf b) HCG a) Juist    d) 12 weken b) XY b) 46 b) Kim b) Genotype door de cyclus bij te houden weten ze wanneer de vrouw de eisprong heeft. Wanneer er een eicel vrijkomt. Deze eicel moet binnen 24 uur bevrucht worden, want een eicel blijft maar 24 uur leven als het niet bevrucht is.   Tijdens de menstruatie wordt het slijmvlies van de baarmoeder afgevoerd  Dit slijmvlies bevat veel bloedvaten, daardoor komt er ook bloed mee los.  Om dit slijmvlies af te voeren, trekt de spierlaag om de baarmoederwand zich steeds samen. Deze samentrekkingen kunnen erg hevig zijn en veroorzaken kramppijnen in de onderbuik en onderrug van de vrouw. De zaadcellen verlaten de bijballen, waar ze opgeslagen waren. Via de zaadleiding komen ze langs de zaadblaasjes en prostaat. Bij de prostaat komen de zaadleiders in de urinebuis terecht. De zaadcellen verlaten de penis via de urinebuis. Een eeneiige tweeling ontstaat uit één zaadcel en één eicel Tijdens de celdeling van de bevruchte eicel worden 2 groepjes cellen afgesplitst van elkaar  Daardoor ontstaan 2 klompjes cellen die oorspronkelijk zijn ontstaan uit één eicel en één zaadcel Allebei deze klompjes blijven door delen en groeien uit tot een embryo, een kind.  Als de zaadcellen niet van de teelballen naar de prostaat kunnen komen, kunnen er dus geen zaadcellen in de sperma komen.  Het sperma bevat dan alleen het vocht wat gemaakt wordt door de zaadblaasjes en de prostaat. Zaadcellen zijn nodig voor de bevruchting van een eicel.  Als er geen zaadcellen in het sperma zitten, komen er ook geen zaadcellen in de vagina van een vrouw na een zaadlozing.  Er kan dus ook geen bevruchting plaatsvinden.  a) Puck en Saar hebben alleen hetzelfde genotype  b) Door invloeden uit het milieu/omgeving   De eileider bevat geen dikke laag slijmvlies waar de eicel zich goed in kan nestelen.  Het baarmoederslijmvlies is voorzien van veel bloedvaten. Deze bloedvaten zorgen er normaal gesproken voor dat de bevruchte eicel wordt voorzien van zuurstof en voedingsstoffen In de eileider is dit dus niet zo. De bevruchte eicel krijgt niet voldoende zuurstof en voedingsstoffen om te groeien en te ontwikkelen.  De eicel zal niet uitgroeien tot een baby. a) Nee dat was niet slim. Esmee had een eisprong, ovulatie rond 30 januari. Binnen 24 uur kan een eicel nog bevrucht worden.  b) Ja dat kan. Esmee had haar menstruatie rond 13 februari. Een week na de menstruatie is ze niet vruchtbaar. c) Haar 3e ovulatie was rond 27 maart. Het kindje zal daarom in december geboren worden (9 maanden later).